transitieperiode
Nederlands
Woordafbreking
- tran·si·tie·pe·ri·o·de
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | transitieperiode | transitieperioden transitieperiodes |
verkleinwoord | transitieperiodetje | transitieperiodetjes |
Zelfstandig naamwoord
transitieperiode v
- periode van overgang tussen de ene toestand en de andere
Gangbaarheid
- Het woord transitieperiode staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.