tra

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  tra    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • tra
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘brandgang in bos’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1350 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord tra tra's
verkleinwoord traatje traatjes

Zelfstandig naamwoord

tra v/m

  1. een weg of opengehouden strook in een bos om bij brand, de verspreiding van ondergronds smeulend vuur te verhinderen/beperken

Gangbaarheid

  • Het woord tra staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
48 %van de Nederlanders;
32 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

Surinaams

Bijvoeglijk naamwoord

tra

  1. ander
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.