tra
Nederlands
Woordafbreking
- tra
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘brandgang in bos’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1350 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | tra | tra's |
verkleinwoord | traatje | traatjes |
Zelfstandig naamwoord
tra v/m
- een weg of opengehouden strook in een bos om bij brand, de verspreiding van ondergronds smeulend vuur te verhinderen/beperken
Gangbaarheid
- Het woord tra staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'tra' herkend door:
48 % | van de Nederlanders; |
32 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.