torenklok

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • to·ren·klok
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord torenklok torenklokken
verkleinwoord torenklokje torenklokjes

Zelfstandig naamwoord

torenklok v/m

  1. Klok in een toren.
    • De torenklok hoefde niet precies gelijk te lopen, want iedereen keek op dezelfde klok. 

Gangbaarheid

  • Het woord torenklok staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.