tongen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • tonĀ·gen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
tongen
tongde
getongd
zwak -d volledig

Werkwoord

[2]

tongen

  1. inergatief tongzoenen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
  • tongbeen
  • tongblaar
  • tongcarcinoom
  • tongeloos
  • tongenworst

Gangbaarheid

  • Het woord tongen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

enkelvoud meervoud
naamwoord - tongen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

tongen mv

  1. (vissen) Soleidae een familie in de orde van de Platvissen (Pleuronectiformes )

Zelfstandig naamwoord

tongen mv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord tong
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.