tolpoort
Nederlands
Woordafbreking
- tol·poort
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van tol en poort
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | tolpoort | tolpoorten |
verkleinwoord | tolpoortje | tolpoortjes |
Zelfstandig naamwoord
tolpoort v/m
- poortje waar men (electronisch) de tol voor een weg kan betalen
- Op de Franse autosnelwegen staan veel tolpoortjes.
Gangbaarheid
- Het woord tolpoort staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'tolpoort' herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.