tolpoort

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • tol·poort
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord tolpoort tolpoorten
verkleinwoord tolpoortje tolpoortjes

Zelfstandig naamwoord

tolpoort v/m

  1. poortje waar men (electronisch) de tol voor een weg kan betalen
    • Op de Franse autosnelwegen staan veel tolpoortjes. 

Gangbaarheid

  • Het woord tolpoort staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.