tolken

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • tol·ken
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
tolken
tolkte
getolkt
zwak -t volledig

Werkwoord

tolken

  1. inergatief gesproken- of gebarentaal terstond vertalen
    • De radiotoespraak wordt in het Fins uitgesproken, is er iemand nodig die Fins-Nederlands kan tolken. 
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Zelfstandig naamwoord

tolken mv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord tolk
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord tolken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.