toepassing
Nederlands
Woordafbreking
- toe·pas·sing
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | toepassing | toepassingen |
verkleinwoord | toepassinkje | toepassinkjes |
Zelfstandig naamwoord
toepassing v
- een manier waarop iets gebruikt wordt
- Deze toepassing voor dit medicijn is pas kortgeleden ontdekt.
- het in de praktijk brengen van iets
- Bij de toepassing van de nieuwe methode is er iets misgegaan.
- (informatica) een computerprogramma
- De toepassing is afgesloten vanwege te weinig geheugen.
Hyponiemen
|
Afgeleide begrippen
- toepassingsbereik, toepassingsdatum, toepassingsgebied, toepassingsgericht, toepassingslaag, toepassingsmogelijkheid, toepassingsprogramma, toepassingsrapport, toepassingssfeer, toepassingsveld, toepassingsverordening
Uitdrukkingen en gezegden
- van toepassing zijn op -- gelden voor
Vertalingen
1. een manier waarop iets gebruikt wordt
|
2. het in de practijk brengen van iets
|
|
1. een computerprogramma
Gangbaarheid
- Het woord toepassing staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'toepassing' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.