toename
Nederlands
Woordafbreking
- toe·na·me
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘het groeien’ voor het eerst aangetroffen in 1893 [1]
- Naamwoord van handeling van toenemen.
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | toename | toenamen toenames |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
toename v/m
- het groter worden in aantal of maat
Vertalingen
1. het groter worden in aantal of maat
Gangbaarheid
- Het woord toename staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'toename' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.