titelloos

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ti·tel·loos
Woordherkomst en -opbouw
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen titelloostitellozertitelloost
verbogen titellozetitellozeretitellooste
partitief titelloostitellozers-

Bijvoeglijk naamwoord

titelloos

  1. zonder titel
    • In het titelloze laatste hoofdstuk van het boek stond de clou van het verhaal. 
    • Het titelloze liedje werd een echte meezinger. 

Gangbaarheid

  • Het woord titelloos staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.