tijdslot
Nederlands
Woordafbreking
- tijd·slot
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van tijd zn en slot zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | tijdslot | tijdsloten |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
tijdslot o [1]
- een bepaalde periode waarin men toegang tot iets (met name een tentoonstelling) heeft
- Volgens TUI heeft het ministerie ’grote steken’ laten vallen. „Alle gaatjes op Schiphol moeten worden gevuld, bijvoorbeeld met niet gebruikte tijdslots uit de winterperiode. Na 2020 kunnen er makkelijk 50.000 vluchten bij binnen de normen.”[2]
- De Super Bowl is de finale van het American Football-seizoen en het grootste eendaagse sportevenement in de Verenigde Staten. Reclamespotjes rondom de nationale uitzending van NBC kosten zomaar $5 miljoen, maar zoveel kon Stephen Eimers niet betalen. De man gokt erop dat president Trump de wedstrijd bekijkt vanaf zijn golfresort in Mar-a-Lago en heeft een tijdslot gekocht op een lokaal netwerk: voor $1000.[3]
- slot dat als het door de sleutel of code geopend wordt, pas na een bepaalde tijd ontgrendelt
Gangbaarheid
- Het woord tijdslot staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'tijdslot' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- de Telegraaf PAUL ELDERING 21 feb. 2018
- de Telegraaf 02 feb. 2018
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.