tijdbom

Nederlands

Een eenvoudige tijdbom.
Uitspraak
Woordafbreking
  • tijd·bom
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord tijdbom tijdbommen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

tijdbom v/m [1]

  1. bom die door een tijdmechanisme op een bepaalde tijd ontploft
    • Gelukkig kon de tijdbom nog net op tijd onschadelijk gemaakt worden. 
  1. (figuurlijk)iets dat op een later tijdstip iets vervelends veroorzaakt
    • De klimaatverandering is een tikkende tijdbom. 

Gangbaarheid

  • Het woord tijdbom staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.