tiener
Nederlands
Woordafbreking
- tie·ner
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘iemand in de leeftijd tussen’ voor het eerst aangetroffen in 10 [1]
- Afgeleid van tien met het achtervoegsel -er
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | tiener | tieners |
verkleinwoord | tienertje | tienertjes |
Zelfstandig naamwoord
tiener m
- een jong persoon tussen 10 en 20
- Dit cafetaria is bij de tieners van de buurt erg in trek.
Hyponiemen
- loktiener
Afgeleide begrippen
|
Vertalingen
1. persoon tussen dertien en negentien jaar oud
|
Gangbaarheid
- Het woord tiener staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'tiener' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.