thuisblijven

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • thuis·blij·ven
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
thuisblijven
bleef thuis
thuisgebleven
klasse 1 volledig

Werkwoord

thuisblijven

  1. ergatief de eigen woning niet verlaten
    • We zijn gewoon lekker een avondje thuisgebleven. 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord thuisblijven staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.