themaweek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • the·ma·week
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord themaweek themaweken
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

themaweek v/m

  1. een week waarin een bepaald onderwerp speciale aandacht krijgt
    • De Week van de Alfabetisering duurt van maandag tot en met zondag. Via de officiële site van de themaweek waren zondagavond al vele honderden activiteiten aangemeld. Het gaat onder meer om taalspellen, informatiedagen en voorleesactiviteiten.[1] 
    • Het is zondag de laatste dag van de themaweek Keukenhof Dutch Design, waarbij hedendaagse en innovatieve ontwerpen van Nederlandse bodem worden getoond.[2] 

Gangbaarheid

  • Het woord themaweek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. de Telegraaf 04 sep. 2017
  2. de Telegraaf 30 apr. 2017
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.