theebuiltje
Nederlands
theebuiltje
Woordafbreking
- thee·buil·tje
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van thee zn en buil zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | theebuiltje | thermen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
theebuiltje o [1]
- een poreus, papieren zakje met thee dat je in heet water kunt hangen om thee te zetten
- De koffie bij het ontbijt, het papier voor het theebuiltje, het hout van de stoel waarop je zit, het katoen in je kleren, de kinine in een aspirine. Ze zijn allemaal afkomstig van planten uit alle windstreken van de wereld. In de Nationale Plantentuin van Meise gaat op 3 april een nieuwe kas open die Mabundu ("eetbare planten") gedoopt werd. [2]
- „Het theezakje wordt als het ware ín het lichaam gehangen”, vervolgt de onderzoeker, die de vergelijking van het theebuiltje en de theepot nog even doorzet. [3]
Gangbaarheid
- Het woord theebuiltje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'theebuiltje' herkend door:
93 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- De Standaard 29 MAART 2003 door Yo De Beule Mabundu in Meise
- De Telegraaf RENÉ STEENHORST 04 okt. 2017 Een builtje met hoop
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.