teug

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  teug    (hulp, bestand)
  • IPA: /tøx/
Woordafbreking
  • teug
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘slok’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1287 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord teug teugen
verkleinwoord teugje teugjes

Zelfstandig naamwoord

teug v/m

  1. een grote slok
    • Hij dronk het water met teugen tegelijk. 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord teug staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
97 %van de Nederlanders;
93 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.