terzijde
Nederlands
Woordafbreking
- ter·zij·de
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van ter en zijde
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | terzijde | terzijdes |
verkleinwoord | terzijdetje | terzijdetjes |
Zelfstandig naamwoord
terzijde o [1]
- tekst die in een toneelstuk tot het publiek gericht wordt zonder dat de andere spelers dit zouden merken
- zijdelingse opmerking
Bijwoord
terzijde
- terloops
- De terzijde gemaakte opmerking moet je niet serieus nemen.
- naar opzij
- aan de zijkant
- iemand terzijde staan = iemand helpen
- De huisarts stond zijn patiënten terzijde in moeilijke tijden.
Afgeleide begrippen
- terzijdelating, terzijdestelling
Gangbaarheid
- Het woord terzijde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'terzijde' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.