terugbellen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • te·rug·bel·len
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
terugbellen
belde terug
teruggebeld
zwak -d volledig

Werkwoord

terugbellen

  1. inergatief een eerder telefoongesprek beantwoorden
    • Nee, hij heeft nog niet teruggebeld. 

Gangbaarheid

  • Het woord terugbellen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.