terugbellen
Nederlands
Woordafbreking
- te·rug·bel·len
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van terug bw en bellen ww
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
terugbellen |
belde terug |
teruggebeld |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
terugbellen
- inergatief een eerder telefoongesprek beantwoorden
- Nee, hij heeft nog niet teruggebeld.
Gangbaarheid
- Het woord terugbellen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'terugbellen' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.