tentamen
Nederlands
Woordafbreking
- ten·ta·men
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘(voor)examen’ voor het eerst aangetroffen in 1654 [1] [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | tentamen | tentamens tentamina |
verkleinwoord | tentamentje | tentamentjes |
Zelfstandig naamwoord
tentamen o
- het toetsen van kennis opgedaan bij één vak
- Bij dat tentamen heeft hij best goed gescoord.
Hyponiemen
- deeltentamen, hertentamen, openboektentamen, takehometentamen, voortentamen
Afgeleide begrippen
- tentamenbewijs, tentamenbriefje, tentamengeeltje, tentamenopdracht, tentamenstof, tentamenzaal, tentamenzitting, tentamineren
Vertalingen
1. het toetsen van kennis opgedaan bij één vak
Gangbaarheid
- Het woord tentamen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'tentamen' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
95 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.