tennisarm
Nederlands
Woordafbreking
- ten·nis·arm
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van tennis en arm
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | tennisarm | tennisarmen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
tennisarm m
- (medisch) pijnlijke afwijkingen aan de buitenzijde van de elleboog, waarbij vooral strekbewegingen in pols, hand en vingers pijnlijk zijn
- Toen ik in december met een tennisarm worstelde (rsi bestaat niet meer) raadde de dokter me aan te gaan schrijven met pen en papier. Dat bleek een schot in de roos. Verhalen opzetten op een begrensd stuk papier werkt efficiënter dan in het wilde weg tikken in een oneindig Word-document, waar je gedachten alle kanten op kunnen dwalen en de delete-knop de meest gebruikte toets is. [1]
Synoniemen
- epicondylitis lateralis
Verwante begrippen
- epicondylitis medialis
Gangbaarheid
- Het woord tennisarm staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'tennisarm' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
94 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- NRC Marc Hijink 15 maart 2016
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.