tapijtschelp
![](../I/m/Venerupis_corrugata_(BCS).jpg)
Tapijtschelp.
Nederlands
Woordafbreking
- ta·pijt·schelp
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van tapijt en schelp
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | tapijtschelp | tapijtschelpen |
verkleinwoord | tapijtschelpje | tapijtschelpjes |
Zelfstandig naamwoord
tapijtschelp v/m
- (tweekleppigen) Venerupis senegalensis, weekdier met een vrij dikschalige, wat rechthoekige schelp dat in de Waddenzee en voor de Belgische kust leeft
- De top van de tapijtschelp ligt ver naast het midden en de buitenkant van de schelp heeft een duidelijke traliewerkstructuur.
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord 'tapijtschelp' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.