tandheelkundige

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • tand·heel·kun·di·ge
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord tandheelkundige tandheelkundigen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

tandheelkundige v / m

  1. (beroep) (medisch) iemand die de tandheelkunde beoefent

Meer informatie

Gangbaarheid

  • Het woord tandheelkundige staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Bijvoeglijk naamwoord

tandheelkundige

  1. verbogen vorm van de stellende trap van tandheelkundig
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.