getand
Nederlands
Woordafbreking
- ge·tand
Woordherkomst en -opbouw
- bn: pseudodeelwoord afgeleid van tand zn met het omvoegsel ge- -d
- ww: vervoeging van tanden: de stam met omvoegsel ge- -d, zonder -d omdat de stam al op -d eindigt
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | getand | getander | getandst |
verbogen | getande | getandere | getandste |
partitief | getands | getanders | - |
Bijvoeglijk naamwoord
getand
- met de vorm van tanden, met een rij scherpe uitsteeksels
- De plant heeft een groot getand blad.
Gangbaarheid
- Het woord getand staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'getand' herkend door:
92 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.