takkewijf
Nederlands
Woordafbreking
- tak·ke·wijf
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘zeer vervelende vrouw’ voor het eerst aangetroffen in 1984 [1]
- afleiding wijf met het voorvoegsel takke-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | takkewijf | takkewijven |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
takkewijf o
- (pejoratief) een zeer vervelende vrouw die vaak ruzie zoekt
- De vader, die sterk doet denken aan de sukkelige pa van Bart Simpson, mag er ook zijn. De passage waarin de man, die zich uit pure bangigheid alleen in nota-taal uitdrukt, bekend maakt dat hij een nieuwe vriendin heeft gevonden, is dodelijk. Het blijkt te gaan om z'n secretaresse - “God nee, niet dat takkewijf,” reageert Len - die volgens vader vele kwaliteiten heeft. “Dan heb ik het natuurlijk niet alleen over haar kwaliteiten als secretaresse en als zodanig mijn rechterhand, maar ook over haar hoedanigheid als klankbord op velerlei levensterreinen.” [2]
Gangbaarheid
- Het woord takkewijf staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'takkewijf' herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
84 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.