tackelen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • tac·ke·len
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘beentje lichten’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1951 [1]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
tackelen
tackelde
getackeld
zwak -d volledig

Werkwoord

tackelen

  1. overgankelijk, (sport) op (on)geoorloofde manier een tegenstander aanvallen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord tackelen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
95 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.