systematicus
Nederlands
Woordafbreking
- sys·te·ma·ti·cus
Woordherkomst en -opbouw
- Afgeleid van systematisch minus -isch en met het achtervoegsel -icus.
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | systematicus | systematici |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
systematicus m
- een persoon die systematisch te werk gaat
Gangbaarheid
- Het woord systematicus staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'systematicus' herkend door:
94 % | van de Nederlanders; |
90 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.