substitueren

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • sub·sti·tu·e·ren
Woordherkomst en -opbouw
  • afgeleid van het Franse substituer met het achtervoegsel -eren
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
substitueren
substitueerde
gesubstitueerd
zwak -d volledig

Werkwoord

substitueren

  1. overgankelijk vervangen
  2. (scheikunde) (een of meer atomen) in een molecule vervangen door een of meer andere
Synoniemen
  • in de plaats stellen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord substitueren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
93 %van de Nederlanders;
96 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.