stranden
Nederlands
Woordafbreking
- stran·den
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
stranden |
strandde |
gestrand |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
stranden
- ergatief aan de grond vastlopen
- Het schip strandde juist voor de havengeul.
Vertalingen
1. aan de grond vastlopen
Gangbaarheid
- Het woord stranden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'stranden' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
Deens
Woordafbreking
- stran·den
Naar frequentie | 1904 |
---|
Noors
Woordafbreking
- stran·den
Naar frequentie | 2615 |
---|
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.