straatarm
Nederlands
Woordafbreking
- straat·arm
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘zeer arm’ voor het eerst aangetroffen in 1888 [1]
- samenstelling van straat en arm
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | straatarm | straatarmer | straatarmst |
verbogen | straatarme | straatarmere | straatarmste |
partitief | straatarms | straatarmers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
straatarm
- (intensief) bijzonder arm; zo arm dat men op straat moet leven
- Door de economische crisis zijn er veel mensen straatarm geworden.
Gangbaarheid
- Het woord straatarm staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'straatarm' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.