stond op
Nederlands
Woordafbreking
- stond op
Werkwoord
vervoeging van |
---|
opstaan |
stond op
- enkelvoud verleden tijd van opstaan
- Ik stond op.
- Jij stond op.
- Hij, zij, het stond op.
- Ik stond op.
Gangbaarheid
- Het woord stond op staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.