stolp
Nederlands
Woordafbreking
- stolp
Zelfstandig naamwoord
stolp v / m
- glazen klok die over iets wordt heen gezet
- glazen deksel in een fles met wijde hals
- stolpboerderij
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
- stolpbeschoeiing, stolpboerderij, stolpdeur, stolpen, stolpfles, stolphoeve, stolpkraag, stolpnaad, stolpplooi, stolpraam
Werkwoord
vervoeging van |
---|
stolpen |
stolp
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van stolpen
- Ik stolp.
- gebiedende wijs van stolpen
- Stolp!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van stolpen
- Stolp je?
Gangbaarheid
- Het woord stolp staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'stolp' herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.