stokkerig

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • stok·ke·rig
Woordherkomst en -opbouw
  • afleiding van stok met het achtervoegsel -erig
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen stokkerigstokkerigerstokkerigst
verbogen stokkerigestokkerigerestokkerigste
partitief stokkerigsstokkerigers-

Bijvoeglijk naamwoord

stokkerig [1]

  1. lijkend op een dunne stok
    • ‘De grove, harige handen liggen groot en grijperig neer, maar de stokkerig-dunne polzen lachen (?) met den grooten werkwil er van, even als de magere beenen zonder kuiten in de sjokkerige, vale kousen. [2] 
  1. onhandig, houterig, stijf
  2. hard

Gangbaarheid

  • Het woord stokkerig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
85 %van de Nederlanders;
78 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.