stokdoof

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • stok·doof
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘volledig doof’ voor het eerst aangetroffen in 1764 [1]
  • samenstelling van  stok   en  doof  
stellend
onverbogen stokdoof
verbogen stokdove
partitief stokdoofs

Bijvoeglijk naamwoord

stokdoof

  1. (intensief) heel erg slecht kunnen horen
    • De stokdove oude man sprak bijna geen woord meer. 

Gangbaarheid

  • Het woord stokdoof staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
82 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.