stierlijk
Nederlands
Woordafbreking
- stier·lijk
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van stier zn met het achtervoegsel -lijk[1]
Dit woord is vermoedelijk ontstaan doordat de oudere uitdrukking "het land hebben" versterkt werd met "als een stier", wat naderhand werd verkort tot "stierlijk" [2].
Bijwoord
stierlijk
- heel erg (gebruikt bij werkwoorden die voortdurende onvrede uitdrukken)
- De Russen verveelden zich stierlijk en bezorgden de omwonenden veel overlast. [3]
Typische woordcombinaties
- stierlijk balen
- stierlijk de pest hebben aan
- stierlijk ergeren
- stierlijk het land hebben
- stierlijk vervelen
Synoniemen
- als een stier
Uitdrukkingen en gezegden
- een stierlijke hekel hebben aaneen grote afkeer koesteren van
Gangbaarheid
- Het woord stierlijk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'stierlijk' herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
86 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.