steng

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • steng
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘houten staak’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1401 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord steng stengen
verkleinwoord stengetje stengetjes

Zelfstandig naamwoord

steng v/m

  1. (scheepvaart) verlengstuk van de mast, boven in de mast te hijsen op een zeilschip
Verwante begrippen
Spreekwoorden
  • de steng schieten, strijken
de steng omlaag halen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord steng staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
31 %van de Nederlanders;
26 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen


Noors

Woordafbreking
  • steng

Werkwoord

steng

  1. gebiedende wijs van stenge


Nynorsk

Woordafbreking
  • steng

Werkwoord

steng

  1. gebiedende wijs van stenga

Werkwoord

steng

  1. gebiedende wijs van stenge

Werkwoord

steng

  1. gebiedende wijs van stengja

Werkwoord

steng

  1. gebiedende wijs van stengje
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.