stemmer
Nederlands
Woordafbreking
- stem·mer
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | stemmer | stemmers |
verkleinwoord | stemmertje | stemmertjes |
Zelfstandig naamwoord
stemmer m
Hyponiemen
- ja-stemmer, nee-stemmer, niet-stemmer, orgelstemmer, pianostemmer, spijtstemmer, tegenstemmer, voorstemmer
Gangbaarheid
- Het woord stemmer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'stemmer' herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
93 % | van de Vlamingen. |
Noors
Woordafbreking
- stem·mer
Werkwoord
stemmer
- tegenwoordige tijd van stemme
Nynorsk
Woordafbreking
- stem·mer
Werkwoord
stemmer
- tegenwoordige tijd van stemme
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.