stemgember
Nederlands
Woordafbreking
- stem·gem·ber
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘de fijnste soort van gember’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1934 [1]
- samenstelling van stem "Engels: stam" en gember zn [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | stemgember | stemgembers |
verkleinwoord | - | - |
Gangbaarheid
- Het woord stemgember staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.