stembrief
Nederlands
Woordafbreking
- stem·brief
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van stem zn en brief zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | stembrief | stembrieven |
verkleinwoord | stembriefje | stembriefjes |
Zelfstandig naamwoord
stembrief m [1]
- (politiek) een stuk papier waarop men kan aangeven wat de voorkeur is bij een stemming of verkiezing
- Nasralla leek aanvankelijk op een zege af te stevenen maar zag zijn voorsprong steeds verder slinken. Het verschil tussen beide kandidaten is nu zo klein dat discutabele stembriefjes de doorslag kunnen geven. De partij van Nasralla spreekt van een staatsgreep en eist een grootschalige hertelling.[2]
- Wedstrijddirecteur Denis Davila erkende woensdag dat een ‘onervaren’ medewerker een tikfout had begaan toen hij de jurypunten van de papieren stembriefje in het informaticasysteem invoerde. De fout werd pas ontdekt door een onafhankelijke audit na het evenement, meldt de Belgische nieuwssite De Standaard.[3]
Gangbaarheid
- Het woord stembrief staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'stembrief' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- de Telegraaf 02 dec. 2017
- de Telegraaf 04 jan. 2016
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.