startuur
Nederlands
Woordafbreking
- start·uur
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van start zn en uur zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | startuur | starturen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
startuur o
- tijdstip dat iets begint
- Dagelijks zou een rechtstreeks verslag worden gegeven van het laatste uur, maar dan moesten de aankomsten van de etappes wel net na lunchtijd plaatsvinden. Leulliot ging gretig in op het voorstel omdat de belangstelling van sponsors door de tv-coverage zonder twijfel vergroot zou worden. Een nadeel zou kunnen zijn dat renners en ploegleiders bezwaar zouden kunnen maken tegen het vroege startuur, rondom negen uur. [1]
- De Pro League heeft de exacte speeldata voor de eerste zes speeldagen (dus tot en met 10 september) al vastgelegd. Voor alle daaropvolgende speeldagen is uiteraard al bekend wie tegen wie speelt in welk weekend, maar de exacte dag en startuur worden later bepaald in samenspraak met de rechtenhouders. [2]
Gangbaarheid
- Het woord startuur staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'startuur' herkend door:
68 % | van de Nederlanders; |
93 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- NRC Guus van Holland 11 maart 1991 Televisie redt de 'wielerrit naar de zon'
- De Standaard 12/06/2017 Kalender Jupiler Pro League bekendgemaakt: Antwerp opent seizoen tegen Anderlecht
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.