stamcafé
Nederlands
Woordafbreking
- stam·ca·fé
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van stam en café
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | stamcafé | stamcafés |
verkleinwoord | stamcafeetje | stamcafeetjes |
Zelfstandig naamwoord
stamcafé o
- kroeg met stamtafel en stamgasten, kroeg waar de vaste klanten uit de buurt komen
- In mijn stamcafé aan de Noordermarkt te Amsterdam hangt namelijk een metershoge kerstwens, van een lokale kunstenaar, met daarop een afbeelding van de kerststal, waarop Donald Trump de plaats van Jozef heeft ingenomen, Geert Wilders het kindeke Jezus is en Marie Le Pen optreedt als Maria. Rond de os en de ezel scharrelen wat Ku Klux Klan-figuren. Is dat de komende vrede op aarde?[1]
Gangbaarheid
- Het woord stamcafé staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'stamcafé' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- NRC Paul Steenhuis 21 december 2016
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.