sprookje

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • sprook·je
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘verzonnen vertelling’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1610 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord
verkleinwoord sprookje sprookjes

Zelfstandig naamwoord

sprookje o dim. tant.

  1. een meestal moraliserend verhaal voor kinderen waarin fantasiewezens en magie een belangrijke rol spelen
    • Hans en Grietje, Sneeuwwitje, de Gelaarsde kat zijn bekende sprookjes. 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord sprookje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.