sproet
![](../I/m/Portrait_eines_selbstbewussten_Burschen.jpg)
Sproeten in het gezicht.
Nederlands
Woordafbreking
- sproet
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘huidvlekje’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1240 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | sproet | sproeten |
verkleinwoord | sproetje | sproetjes |
Zelfstandig naamwoord
sproet m/v
- een bruin vlekje op de huid dat veroorzaakt wordt door ultraviolet licht
- Zij had veel sproeten in haar gezicht.
Vertalingen
1. een bruin vlekje op de huid dat veroorzaakt wordt door ultraviolet licht
Gangbaarheid
- Het woord sproet staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'sproet' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.