sprint

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • sprint
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord sprint sprints
verkleinwoord sprintje sprintjes

Zelfstandig naamwoord

sprint m [1]

  1. (sport) wedstrijd over korte afstand, een korte tijd iets met grote snelheid doen
    • Daphne Schippers is een wereldkampioene op de 200 meter sprint. 
Hyponiemen
Afgeleide begrippen

Werkwoord

vervoeging van
sprinten

sprint

  1. enkelvoud tegenwoordige tijd van sprinten
  2. gebiedende wijs van sprinten

Gangbaarheid

  • Het woord sprint staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.