spontaniteit
Nederlands
Woordafbreking
- spon·ta·ni·teit
Woordherkomst en -opbouw
- Van het Engelse spontaneity of het Franse spontanéité met het achtervoegsel -iteit
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | spontaniteit | spontaniteiten |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
spontaniteit v
- het uit eigen aandrang en zonder nadere overweging handelen; het onvoorbedacht geschieden, tot uiting komen: de spontaniteit van die reactie
- De winnaar slaakte een vreugdekreet uit spontaniteit.
- (thermodynamica) de hoedanigheid van het gebeuren zonder moedwillig ingrijpen van de mens in de vorm van toevoeging van energie
- Een voorwaarde voor spontaniteit is dat de vrije enthalpie vermindert.
Gangbaarheid
- Het woord spontaniteit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'spontaniteit' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
95 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.