gesplitst
Nederlands
Woordafbreking
- ge·splitst
Werkwoord
vervoeging van |
---|
splitsen |
gesplitst
- voltooid deelwoord van splitsen
stellend | |
---|---|
onverbogen | gesplitst |
verbogen | gesplitste |
Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als bijvoeglijk naamwoord
Bijvoeglijk naamwoord
gesplitst
- verdeeld in stukken
- Een gesplitst touw is een touw dat verdeeld is in zijn afzonderlijke strengen.
Opmerkingen
- Omdat "-stst" moeilijk is uit te spreken en te verstaan kan voor de overtreffende trap beter de omschrijving met meest worden gebruikt.[1][2]
Verwijzingen
- Omschreven trappen van vergelijking (algemeen) op website: http://taaladvies.net; punt 3.; geraadpleegd 2017-05-21
- Haeseryn, W. e.a. "6·4·3·1·ii Omschrijving van de trappen van vergelijking met meer en meest" in: Algemene Nederlandse Spraakkunst (1997) op website E-ANS: ans.ruhosting.nl; punt 4.; geraadpleegd 2017-05-21
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.