spleen

Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
  • spleen
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘lichte depressiviteit’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1824 [1] [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord spleen -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

spleen o [3]

  1. (psychologie) licht depressieve, hangerige gemoedsgesteldheid vervuld van hunkering naar iets anders van onbestemde aard
Verwante begrippen
Vertalingen
    1.   

Meer informatie

Gangbaarheid
  • Het woord spleen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen
  1. "spleen" in: Sijs, N. van der Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen. 2e druk (2002) Veen, Amsterdam / Antwerpen; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
  2. spleen op website: Etymologiebank.nl
  3. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).


Engels
Uitspraak
  • IPA: /spliːn/
enkelvoud meervoud
spleen spleens

Zelfstandig naamwoord

spleen

  1. (anatomie) milt
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.