spinde
Nederlands
Woordafbreking
- spin·de
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | spinde | spinden |
verkleinwoord | spindetje | spindetjes |
Zelfstandig naamwoord
spinde v/m
- een voorraadkast, een provisiekast
- Leg je het brood in de spinde?
Vertalingen
1. een voorraadkast, een provisiekast
Werkwoord
vervoeging van |
---|
spinnen |
spinde
- enkelvoud verleden tijd van spinnen
- Ik spinde.
- Jij spinde.
- Hij, zij, het spinde.
- Ik spinde.
Gangbaarheid
- Het woord spinde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'spinde' herkend door:
72 % | van de Nederlanders; |
51 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.