spelonk

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • spe·lonk
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘grot’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1451 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord spelonk spelonken
verkleinwoord spelonkje spelonkjes

Zelfstandig naamwoord

spelonk v/m

  1. een spleetvormige holte in een berg
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord spelonk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
93 %van de Nederlanders;
90 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.