speelkwartier
Nederlands
Woordafbreking
- speel·kwar·tier
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van speel ww en kwartier zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | speelkwartier | speelkwartieren |
verkleinwoord | speelkwartiertje | speelkwartiertjes |
Zelfstandig naamwoord
speelkwartier o
- een korte periode tijdens hetwelk gespeeld mag worden
- "In het speelkwartier mogen de kinderen het plein niet af." [1]
Gangbaarheid
- Het woord speelkwartier staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'speelkwartier' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling (2001). Aansprekend opvoeden, p. 12. Uitg.: RMO, ISBN 9789012093194.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.