speelhal
Nederlands
Woordafbreking
- speel·hal
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van speel ww en hal
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | speelhal | speelhallen |
verkleinwoord | speelhalletje | speelhalletjes |
Zelfstandig naamwoord
speelhal v / m
- (spel) gelegenheid waar men zich tegen betaling met gokautomaten, flipperkasten, poolbiljarts, airhockey en videospelen kan vermaken.
Gangbaarheid
- Het woord speelhal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'speelhal' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.