speelhal

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • speel·hal
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord speelhal speelhallen
verkleinwoord speelhalletje speelhalletjes

Zelfstandig naamwoord

speelhal v / m

  1. (spel) gelegenheid waar men zich tegen betaling met gokautomaten, flipperkasten, poolbiljarts, airhockey en videospelen kan vermaken.

Gangbaarheid

  • Het woord speelhal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.